Ook in de laatste weken heb ik documenten gelezen van projectleiders (“witte” Nederlanders!, hoogopgeleid, dikke salarissen) die regelmatig de D’s en T’s door elkaar schrijven.
Ik zie zelf duidelijke verbintenissen tussen deze twee opmerkingen:
- Wiskunde gaat niet alleen over cijfers; wiskunde gaat over abstract denken, wiskunde gaat over ontwikkeling van denkpatronen. Met pen en papier of uit je hoofd, leer je om te denken, verbintenissen te maken. Precies dezelfde is met de D’s en T’s: denken, denken, denken… totdat alles in een patroon valt.
- Het onderwijs stelt voor (te veel) trucjes om rekenen te leren, terwijl heel vaak de juiste weg is “keep it simple” of “back to the basis”. Wees niet bang om terug naar de basis te gaan, het is niets mis met de oude Grieken, hoor…
- De maatschappij ziet de kinderen als “alles moeten kunnen” en ze willen hen niet beperken, terwijl het grenzen stellen duidelijkheid biedt naar de toekomst. Een leerling is (nog) niet in staat om alles zelf te bepalen. Pushen om te leren rekenen, te oefenen, is niet verkeerd, je leert een manier van werken die heel nuttig in de toekomst is.
- Iets wat de (Nederlandse) maatschappij helemaal niet ziet is, is hoe belangrijk de rol van de ouders met betrekking tot onderwijs is. Als de belangstelling van leren alleen op school onderstreept is, terwijl de leerlingen thuis geen druk voelen, heb je geen toekomst aan. Kijk naar Oost-Europa, waar de mid- en hoogopgeleide ouders hun kinderen nog hoger dan zichzelf willen brengen, terwijl hier vaak andersom is. Alles mag, alles kan, weinig stuur…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten