woensdag 26 maart 2014

Veni, Vidi,...

Stel dat de grote held Jueri Jaanson opnieuw zou doen aan de Skiffhead, zoals in 2002 en 2003, en vóór mij zou starten? Hoe geestig zou dat zijn!! Maar in 2011 was hij niet…

In 2010 was ik best tevreden met mijn roeien. Ik had veel tijd om op het water te zijn en ik had in F. een serieuze trainingspartner gevonden. Bovendien had ik de vriendelijke skiff ´Niels´ ontdekt. De omstandigheden waren kortom zo gunstig dat ik besloot mee te doen aan de Skiffhead 2011.

Ik had nauwelijks duidelijke ideeën over trainingsschema’s. Ik had van “Roeien van A tot H” en de afkortingen: ED, ID, et cetera, gehoord, maar meer ook niet. In december begon ik serieus te trainen: twee keer per week op het water, een keer op de ergometer. De hele winter door. Twee weken voor de wedstrijd gingen F. en ik het parcours verkennen. We sloegen oriëntatiepunten in ons geheugen op en discussieerden over de voor- en nadelen van iedere bocht. Thuis visualiseerde ik de Amstel en droomde ik over waar ik me ieder moment van de race op het water bevond. Ik voelde me fit en gretig om er het beste van te maken.

Als Skiffheaddebutant zou mijn startnummer worden bepaald door loting. Ik had geen idee tussen welke roeiers ik terecht zou komen. Onzeker wachtte ik het resultaat van de loting af en toen die bekend werd, ging ik na wat mijn kansen waren: zou ik de hele race vrij water hebben? Ging ik iemand inhalen? Moest ik misschien juist wijken?

Met nummer 254 startte ik redelijk achter in het veld. Direct achter mij zou een Duitse ‘Veteraan E’ van de Lübecker Ruderklub startten. Iemand van 55 jaar of ouder dus. ‘Moet lukken om die voor te blijven,’ dacht ik - geboren in 1977 - tevreden. ‘Ook F. gaat mij niet voor de Berlagebrug pakken!’.

De wedstrijddag brak aan. Na de weging trok ik mijn roeipakje aan, spelde mijn nummer op en liep naar de trouwe ‘Niels’. Op het vlot stond S. Met een glimlach vroeg hij me of ik wist wie er achter mij startte. ‘Ja natuurlijk,’ zei ik, ‘een Duitse E-veteraan.’ S. knikte: ‘En zijn naam is Peter-Michael Kolbe en jij zult heel erg je best moeten gaan doen hem voor te blijven.’

‘We zullen zien, we zullen zien…’ zei ik, terwijl ik nog steeds geen idee had wie meneer Kolbe nou helemaal was.

Op het water sloot ik aan in de stoet roeiers op weg naar de startlijn. Wachtend op het begin van de race, zag ik overal om mij heen grote mannen in strakke pakken en met mooie glanzende boten. En ik lag ertussen, een lichte skiffeur, voor zijn eerste grote wedstrijd.

Toen werd ik opgeroepen en weggeschoten. Ik voelde me lekker. Iedere haal telde. Echter na de eerste bocht zag ik al een kleurige muts en een gele skiff met nummer 255 steeds groter in beeld verschijnen. Ik hoorde ook flarden van de Duitse aanmoedigingen. ‘Dat zal de heer Kolbe wel zijn,’ dacht ik. We waren pas bij de Naald en hij haalde me nu al in. ‘Niet teveel wijken,’ dacht ik. ‘Zoveel mogelijk de kortste lijn blijven volgen. Niet teveel kijken, ik weet waar ik lig.’ Bij de Rozenoordbrug voer ik nog steeds strak. De Berlagebrug kwam eraan. Geen spoor van F. Mooi. Op naar De Hoop en daar klonk het eindelijk: ‘Door!’

Ik was tevreden: 63e van de 156 deelnemers. Mijn tijd was 31 minuut 09 seconden. Op 2’48” van de winnaar (28’21”) en 57” achter F. (30’12”).

Eenmaal thuis ging ik op zoek naar wie Peter-Michael Kolbe was. Wat had hij gepresteerd in zijn leven? Ik las op Wikipedia het volgende: in de jaren ´70 en ´80 van de vorige eeuw stond hij bekend om zijn rivaliteit met de fameuze Finse roeier Pertti Karppinen. Op You Tube staan twee films ([1], [2]) waarin te zien is hoe Kolbe twee keer op rij in de Olympische finale Heren Skiff, op identieke wijze verliest van dezelfde man. In 1988 werd hij weer tweede, maar toen achter Thomas Lange [3]. Ik vind het geweldig hoe topsporter Kolbe bleef knokken voor zijn glorie. Op de Skiffhead 2011 werd hij de 10e, maar hij was hier in Amsterdam wel de winnaar in 1978 en 1979.

Nee, mijn held Jueri Jaanson gaat ook dit jaar waarschijnlijk niet meedoen met de Skiffhead, maar de wedstrijd kan wel vol verassingen zijn.

donderdag 13 maart 2014

Enkele opmerkingen

Enkele opmerkingen over de afgelopen periode:
  • In de Fyra anno 2014 moet je heel vaak staan of ergens op de stoelen bij het ‘balkon’, waar heel veel lawaai is. Daarvoor moet je een extra toeslag betalen. OP een ochtend kwam een meneer binnen om te vragen: “Welke klaas is hier?” Het antwoord van een mevrouw “Ik zou de 3e zeggen…”
  • ’s Ochtend neem ik een tas naar mijn werk, waarin je een laptop, eten, kranten of boeken kan vinden. Wat mij iedere keer verbaasd is dat ’s avonds onderweg naar huis, zonder eten en kranten, voelt mij tas veel zwaarder. Luister na je lichaam, zou ik zeggen…
  • Op de fiets naar huis wil ik oversteken en een mevrouw op het trottoir stopt om mij eerst te laten gaan. Ik stop zelf en, met een hand beweging, vertel ik haar dat zij als eerste mag. Haar verbaasde reactie: “Oh, u bent de eerste fietser die voor een voetganger stopt!” Wat een gehaast land…