maandag 22 februari 2016

Chemobuik

Ben een beetje achter gebleven met het vermelden van mijn "avonturen". Een dik week geleden is mijn tweede grote kuur geweest. Weer de hele dag onder infuus met volle liters chemische stoffen. Het ging ook dit keer goed, alleen blijf je een week met een dikke "chemobuik" rondlopen. Ja, het voelt als een dikke buik die "hangt". Maar goed, ook dat is voorbij. Nog een keer te gaan met deze type behandeling.

Voor de rest is de uitslag van de eerste CT-scan geweest. Ze hebben een klier op de nek gemeten en hebben een andere onder de oksel niet gezien; grappig!! Goed nieuws is dat ze geen vergrote klieren bij de longen waar hebben genomen (de boosdoeners vorige jaar). Deze eerste afmetingen vergelijken ze straks met een nieuw CT-scan. Als de klieren kleiner zijn geworden (en dat weet ik al, het is te voelen op de nek en onder de oksel), dan gaan ze verder met de voorbereidingen voor de stamceltransplantatie.

Voor dat stamceltransplantatie moet ik me vooral in mijn hoofd goed voorbereiden. Het is niet alleen fysiek zwaar, maar ik moet straks ook ongeveer een maand in het ziekenhuis blijven... Tot die tijd de eerste stappen: stamcellen groeien, stamcellen afname en chemotherapie in hoge dosis. Pas daarna de transplantatie en herstel. Voor de nieuwsgierige tussen jullie, hiermee een link: http://centraal.mumc.nl/sites/central/files/23966-0113_autologe_stamcel-_of_beenmergtransplantatie_a5_klapper_vb4_16-5_2347941_6.pdf

Wat al dit gedoe met zich meebrengt is, volgens verwachtingen, complete genezing. En dat is goed. Er zijn ook mindere effecten, bij voorbeeld het ouder worden van een lichaam in een rap tempo. Dat hoop ik straks te kunnen compenseren met gezond goed eten en goed bewegen. Hiermee een artikel over een Maastrichtse studie: http://mosastudie.mumc.nl/sites/mosastudie/files/artikel_hematon_mosa_studie_nov_2015.pdf
Een duidelijke tijdlijn heb ik op dit moment niet, bij het volgende bezoek hoor ik waarschijnlijk iets meer. En jullie van mij. Tot die tijd blijf ik vrolijk mijn eigen dingen gewoon doen.

maandag 8 februari 2016

Flexwerk is echt werk

Geachte heer,

Sinds anderhalf jaar, nadat ik ben komen wonen in Limburg, lees ik met plezier Chapeau Magazine. In het laatste nummer staan meerdere verhalen over familiebedrijven, waaronder uw bedrijf. Daarin zegt u heel mooi: "Het mooie van ons familiebedrijf is de Rijnlandse insteek. [...] Daarbij zijn onze medewerkers van onschatbare waarde. Natuurlijk zijn wij de oprichters en aandeelhouders, maar al onze medewerkers horen bij onze familie. Zonder hen zijn we nergens. Wij zijn gewoon één grote familie."

Verder in uw column "Flexwerk is echt werkt" zet u twee belangrijke stellingen neer:

* "Waar het feitelijk om draait, is dat veel flexwerk ontstaat. Dat is wel echt werk, vergis u niet." Inderdaad is flexwerk echt werk, niemand betaalt de werknemers voor minder waardig werk.
* "Er is niets mis met flexwerk. Flexkrachten werken op basis van een reguliere arbeidsovereenkomst en binnen de kaders van goede arbeidsvoorwaarden. Het zijn gewaardeerde en gerespecteerde werknemers." Hier heb ik moeite ermee en ik spreek van eigen ervaring en niet over "een vriend van mij". U hebt meer dan ik gehoord over constructies zoals Contracting of Payrolling. Als je in dezelfde organisatie een deel van de mensen in dienst hebt die met tijdelijke contracten werken (nota bene: bij een eigen parallelle contracting-organisatie), zodat je voor een substantieel deel van je de medewerkers (ongeveer 20%) geen CAO-overeenkomsten hoeft te respecteren, dat noem ik respectloos naar die mensen toe. Als je zieke mensen op straat zet zonder te kijken wat ze wel nog steeds kunnen, dat noem ik weer respectloos. Ik neem aan dat niemand zijn zieke "familie" op straat zet. Ik heb dus moeite met u formuleringen "goede arbeidsvoorwaarden" en "gerespecteerde werknemers".

Concluderend, ik ben blij dat uw organisatie de werknemers als een familie ziet, maar ik denk dat er een duidelijke nuancering nodig is in uw column; de vele voorbeelden van de afgelopen jaren hebben duidelijk laten zien dat veel organisaties hun werknemers misbruiken, speciaal wanneer sprake is van flexwerkers.