“Ik neem je mee, ik neem je mee op reis
Ik neem je mee, naar Rome of Parijs...”
Nee, geen Marco, maar deze jongen spreekt wel
de waarheid...
Wat neem ik eigenlijk van Amsterdam mee naar het mooie zuiden?
Je begint de avonden met de spanning van je
werk, maar die spanning gaat meteen weg op het eerste moment waarin je de
balans zoekt; de balans van lichaam en geest tegelijkertijd.
Je gebruikt lekker je hele lichaam, geen gekke
bewegingen, je maak jezelf lang, je blijft gezond en sterk in geest en lichaam;
met de uitzondering van af en toe een griep veroorzaakt door de goed
geoefende back-splash van je dubbel partner. Aah, en niet te vergeten de
six-pack die af en toe zichtbaar was, ondanks een nooit gegunde grote
spiermassa.
Je spot ´vogels´ op Bosbaan. Nee, voor het
officiële begin van het WK waren geen hekken en je kon gewoon meefietsen met Gröbler.
Valt een beetje tegen, hij zegt niet zo veel tegen zijn roeiers, maar ja, je
pakt gewoon de Nieuw-Zeelanders en fietst daar verder mee. Of misschien de
Fransen, ik weet het niet meer. Alsof je in een grote tuin bent met al die
gekleurde vogels die je altijd van dichtbij wilde zien.
Je bent tegelijkertijd de meester en de leerling;
jaren als instructeur, jaren waarin je leert
roeien terwijl je over roeien aan de anderen vertelt.
Je leert roeien uit de boeken; ja, dat kan. Lezen
wat anderen zeggen, nadenken over wat ze er echt mee bedoelen, kijken naar hoe het
zou moeten, erover praten met andere mensen. Als je in een kring van mensen
verkeert die net zoals jij het veteranenroeien als topsport zien en
respecteren, leer je heel specifiek wat die doelgroep zo bijzonder maakt en zet
je goede prestaties en mooie vriendschappen neer.
Je wordt gevraagd om echt te coachen en je moet
laten zien dat je een ploeg kan begeleiden naar topprestaties: technisch,
fysiek, mentaal. En als je samen goede resultaten kan boeken, neemt de
tevredenheid toe en wil je nog meer doen; je vindt altijd tijd voor wat telt.
Je fietst met topploegen en doet alsof je een
topcoach bent of wil worden. En op een dag word je verrast dat je het echt moet
doen: topploegen coachen. Is het anders? Ja, een beetje wel, en dat
heeft ook te maken met ervaring met die specifieke doelgroep.
Je coacht heel specifiek voor de 1 km
wedstrijden, je moet in een korte tijd keuzes maken over training, opstelling
en tactiek en je hoort dat jouw ploeg de beste overalltijd heeft gewonnen bij
een EK: “Ook toen we niet meer konden, konden we toch nog een lange sprint
trekken, niet voor niets hebben we samen erop getraind”.
Je roeit prachtige wedstrijden zoals de Skiffhead
na een lange winter goed trainen, of soms eindig je in de top in andere grote
wedstrijden, in races waarin je voelt dat je de juiste druk in de haal hebt en
al die andere grote mannen in hun splinter nieuwe boten geen kans
maken.
Je
maakt vrienden voor altijd en je neemt die vrienden mee “naar Rome of Parijs”.
Vaarwel De Landtong,
vaarwel WIII!!!