* Een vriend van mij, schrijver, zei over een baan als een portier bij een garage van een hotel: Je begroet mensen, maakt een praatje, ontdekt verhalen en, als het stil ligt, kan je in je hokje boeken lezen. Misschien economisch niet profitabel, maar je compenseert met een glimlach en een klant die zich goed voelt: hij zit tegen een mens te praten en niet tegen een automaat.
* Iedere dag zet ik mijn fiets in de fietsenstalling van
Station Zuid. Daar werken enkele mannen van Pantar. Niet de meest begaafde,
maar altijd vriendelijk en helpvol. Ze blijven de hele dag bezig, doen nuttig
werk en runnen een tent die heel handig voor de stad is.
Deze twee/drie voorbeelden zijn voor mij beelden van
heel belangrijk werk: misschien niet meteen economisch, maar in mijn opinie een hele
belangrijke toegevoegde waarde voor onze maatschappij. Ik ben zeer blij dat, in
de tijd van bezuinigingen, niet iedereen bang is voor “onmeetbare” waarde.